Knowledge Base
AVM Content
FRITZ!Box voor gebruik op de glasvezelaansluiting van A1 configureren
De FRITZ!Box is optimaal voorbereid voor gebruik met A1 en geeft je met internet, telefonie en televisie (A1 TV) toegang tot alle functies.
Je hoeft de FRITZ!Box alleen maar te verbinden met de glasvezelmodem en in de FRITZ!Box "A1" te selecteren als internetprovider. De FRITZ!Box wordt dan automatisch geconfigureerd door A1.
Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.
1 FRITZ!Box aansluiten
- Sluit het ene uiteinde van de netwerkkabel aan op de poort "WAN" van de FRITZ!Box. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld de gele netwerkkabel die is meegeleverd met de FRITZ!Box.
- Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op de LAN-poort van de glasvezelmodem (ONT, Optical Network Termination).
2 Internettoegang in FRITZ!Box configureren
- Open de gebruikersinterface van de FRITZ!Box.
- Voer het wachtwoord in dat op het typeplaatje van de FRITZ!Box staat en klik op "Aanmelden".
- Klik op "Internet" en vervolgens op "Toegangsgegevens".
- Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Internettoegang via" de optie "A1" en schakel het juiste toegangstype in.
- Als je de toegangsgegevens van A1 hebt gekregen, voer dan de toegangsgegevens in de invoervelden in kwestie in.
- Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.
- De FRITZ!Box brengt nu een verbinding met A1 tot stand en configureert automatisch de internettoegang en je telefoonnummers.
Belangrijk:Als de configuratie niet is gelukt en de internetverbinding na 5 minuten nog steeds niet tot stand is gebracht, neem dan contact op met A1.
3 Telefonie in FRITZ!Box configureren
Nu hoef je alleen nog te bepalen welke telefoonnummers je telefoons moeten gebruiken om uitgaande oproepen tot stand brengen en op welke telefoonnummers de telefoons moeten reageren bij inkomende oproepen:
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
- Klik in het menu "Telefonie" op "Telefoonapparaten" ("Randapparatuur").
- Klik bij de telefoon in kwestie op de knop (Bewerken).
Belangrijk:Als de telefoon nog niet wordt weergegeven, klik dan op de knop "Nieuw apparaat instellen" ("Nieuw apparaat inrichten") en volg de instructies van de wizard.
- Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Uitgaande oproepen" het telefoonnummer dat de telefoon moet gebruiken om uitgaande oproepen tot stand te brengen. Als je geen telefoonnummer selecteert, wordt het uitgaande telefoonnummer gebruikt dat is ingevoerd onder "Eigen telefoonnummers > Instellingen voor de aansluiting" ("Aansluitingsinstellingen").
- Bepaal op welke telefoonnummers de telefoon bij inkomende oproepen moet reageren. Je kunt maximaal tien telefoonnummers (inclusief het telefoonnummer voor uitgaande oproepen) selecteren.
- Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.