1. Zoek het lokale IP-adres op van het apparaat op afstand waartoe je toegang wilt krijgen.

   Opmerking:Als er in het netwerk op afstand een FRITZ!Box wordt gebruikt, kun je de IP-adressen van de apparaten aflezen in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op afstand onder "Thuisnetwerk > Netwerk > Netwerkverbindingen".

Windows 11

1. Klik in de Windows-taakbalk op het zoekpictogram.
2. Voer in het zoekveld van de Windows-taakbalk \\ in, gevolgd door het lokale IP-adres van het apparaat op afstand (bijvoorbeeld \\192.168.10.20) en druk op de entertoets.
3. Als je naar een gebruikersnaam en wachtwoord wordt gevraagd:
   1. Voer de naam en het wachtwoord in van een gebruiker die toegangsrechten heeft voor de gedeelde bestanden en printers.
   2. Schakel de optie "Mijn referenties onthouden" in om de gebruikersgegevens op te slaan en klik op "OK".
   • Er wordt nu een venster geopend met daarin alle gedeelde bestanden en printers van het apparaat op afstand.
4. Als je een map als netwerkstation wilt configureren, klik je met de rechtermuisknop op deze map en selecteer je in het contextmenu "Meer opties weergeven" en vervolgens "Netwerkverbinding maken...". Als de optie "Netwerkverbinding maken..." niet wordt weergegeven:
   1. Klik in de navigatiebalk van Explorer op "Deze PC" en vervolgens in de menubalk op (Meer informatie).
   2. Klik op "Netwerkverbinding maken..." en voer in het veld "map" het pad naar de map in die je wilt toewijzen als netwerkstation.

Windows 10

1. Voer in het zoekveld van de Windows-taakbalk \\ in, gevolgd door het lokale IP-adres van het apparaat op afstand (bijvoorbeeld \\192.168.10.20) en druk op de entertoets.
2. Als je naar een gebruikersnaam en wachtwoord wordt gevraagd:
   1. Voer de naam en het wachtwoord in van een gebruiker die toegangsrechten heeft voor de gedeelde bestanden en printers.
   2. Schakel de optie "Mijn referenties onthouden" in om de gebruikersgegevens op te slaan en klik op "OK".
   • Er wordt nu een venster geopend met daarin alle gedeelde bestanden en printers van het apparaat op afstand.
3. Als je een map als netwerkstation wilt configureren, klik je met de rechtermuisknop op deze map en selecteer je in het contextmenu "Netwerkverbinding maken...". Als de optie "Netwerkverbinding maken..." niet wordt weergegeven:
   1. Klik in de navigatiebalk van Explorer op "Deze PC" en vervolgens in de menubalk op "Computer".
   2. Klik op "Netwerkverbinding maken..." en voer in het veld "map" het pad naar de map in die je wilt toewijzen als netwerkstation.

macOS

1. Open de Finder.
2. Selecteer "Ga / Verbind met server...".
3. Voer in het veld "Serveradres" het lokale IP-adres van het apparaat op afstand in en klik op "Verbind". Als het apparaat op afstand een de Windows-computer is, voer dan voor het IP-adres nog smb:// in.
   • Er wordt nu een venster geopend met daarin alle gedeelde bestanden en printers van het apparaat op afstand.

     Voorbeeld:
     Als je toegang wilt krijgen tot gedeelde bestanden en printers van een computer met macOS: 192.168.10.20
     Als je toegang wilt krijgen tot gedeelde bestanden en printers van een Windows-computer: smb://192.168.10.20

4. Als je een map permanent in de Finder wilt opslaan:
   1. Selecteer de map en kies in het Finder-menu "Archief" de optie "Maak alias aan".
   2. Sleep de aangemaakte alias naar de sectie "Locaties" in de navigatiekolom van de Finder.

Linux (met Ubuntu 20.04 LTS als voorbeeld)

1. Open de bestandsmanager.
2. Klik in de sidebar van de bestandsmanager op "Andere locaties".
3. Voer in het invoerveld "Verbinden met server" smb:// in, gevolgd door het lokale IP-adres van het apparaat op afstand (bijvoorbeeld smb://192.168.10.20) en klik op "Verbinden".
   • Er wordt nu een venster geopend met daarin alle gedeelde bestanden en printers van het apparaat op afstand.
4. Open de map die je permanent wilt opslaan in de bestandsmanager.
5. Klik met de rechtermuisknop in de sidebar op de map in kwestie en selecteer in het contextmenu "Bladwijzer toevoegen".

1. Configureer de toegang volgens de instructies van de fabrikant. Gebruik hiervoor geen namen, maar gebruik het IP-adres van het beoogde apparaat in het netwerk op afstand. Informatie over de configuratie krijg je van de fabrikant van het apparaat; raadpleeg bijvoorbeeld de handleiding.