Knowledge Base
AVM Content
FRITZ!Box voor gebruik op de glasvezelaansluiting van goetel configureren
De FRITZ!Box is optimaal voorbereid voor gebruik met goetel. Je hoeft de FRITZ!Box alleen maar aan te sluiten op de glasvezelaansluiting en je persoonlijke toegangsgegevens in te voeren in de FRITZ!Box-gebruikersinterface.
Vervolgens kunnen alle apparaten in je thuisnetwerk onbeperkt gebruikmaken van de vele FRITZ!Box-functies voor internet, telefonie en smarthome.
Voorwaarden/beperkingen
- FRITZ!Box met SFP-module "FRITZ!SFP GPON".
Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.
1 Toegangsgegevens klaarleggen
- Leg je persoonlijke toegangsgegevens voor internettoegang en de toegangsgegevens voor telefonie klaar die je van goetel hebt ontvangen.
Opmerking:De toegangsgegevens staan op het blad met toegangsgegevens ("Zugangsdatenzettel") dat goetel je heeft toegestuurd vóór activering van je aansluiting. Neem contact op met goetel als je geen toegangsgegevens hebt ontvangen.
2 SFP-module in FRITZ!Box plaatsen
- Steek de FRITZ!SFP-module "FRITZ!SFP GPON" in de Fiber-aansluiting van de FRITZ!Box.
3 FRITZ!Box aansluiten op glasvezelaansluiting
- Verwijder de stofkapjes van de glasvezelkabel, de SFP-module in de FRITZ!Box en het glasvezelaansluitpunt.
- Sluit de glasvezelkabel aan op de SFP-module in de FRITZ!Box en op het glasvezelaansluitpunt. Knik de glasvezelkabel niet en houd de uiteinden van de kabel niet voor je ogen.
Opmerking:Aanwijzingen om de juiste glasvezelkabel te kiezen vind je in onze handleiding Welke glasvezelkabel heb ik nodig?.
4 FRITZ!Box op het elektriciteitsnet aansluiten
- Verbind de netvoeding met de Power-poort van de FRITZ!Box en steek de netvoeding in een stopcontact.
5 Internettoegang in FRITZ!Box configureren
- Open de gebruikersinterface van de FRITZ!Box.
- Voer het wachtwoord in dat op het typeplaatje van de FRITZ!Box staat en klik op "Aanmelden".
- Klik op "Internet" en vervolgens op "Toegangsgegevens".
- Klik op het tabblad "Internettoegang" en vervolgens op het tabblad "Glasvezel".
- Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Internetaanbieder" ("Internetprovider") de optie "andere internetaanbieder" ("andere internetproviders").
- Schakel de optie "Glasvezel" in.
- Voer in de invoervelden in kwestie de toegangsgegevens in die je hebt ontvangen van goetel.
- Klik op "Verbindingsinstellingen wijzigen".
- Schakel de optie "VLAN voor de internettoegang gebruiken" in.
- Voer in het veld "VLAN-ID" 7 in.
- Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.
- De FRITZ!Box controleert nu of de internetverbinding tot stand kan worden gebracht. De configuratie is voltooid als de melding "Controle van de internetverbinding is geslaagd" wordt weergegeven.
Belangrijk:Als de controle van de internetverbinding niet is gelukt, is je internettoegang mogelijk nog niet geactiveerd. Neem in dit geval contact op met goetel.
6 Telefonie in FRITZ!Box configureren
Telefoonnummers configureren
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
- Klik in het menu "Telefonie" op "Eigen telefoonnummers".
- Klik op de knop "Nieuw telefoonnummer".
- Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Andere aanbieder" ("Andere provider").
- Voer bij "Telefoonnummer voor de aanmelding" je telefoonnummer met het netnummer in (bijvoorbeeld 05511234567).
- Voer bij "Intern telefoonnummer in de FRITZ!Box" je telefoonnummer in (bijvoorbeeld 1234567).
- Voer bij "Gebruikersnaam" en "Wachtwoord" de toegangsgegevens in die je hebt ontvangen van goetel.
- Voer bij "Registrar" de registrar in die goetel heeft doorgegeven (bijvoorbeeld cpe.tel.goetel.net).
- Voer bij "Netnummer" je netnummer in.
- Klik op "Volgende" ("Verder") en volg de instructies van de wizard.
Telefoonnummers toewijzen
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telefonie".
- Klik in het menu "Telefonie" op "Telefoonapparaten" ("Randapparatuur").
- Klik bij de telefoon in kwestie op de knop (Bewerken).
Belangrijk:Als de telefoon nog niet wordt weergegeven, klik dan op de knop "Nieuw apparaat instellen" ("Nieuw apparaat inrichten") en volg de instructies van de wizard.
- Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Uitgaande oproepen" het telefoonnummer dat de telefoon moet gebruiken om uitgaande oproepen tot stand te brengen. Als je geen telefoonnummer selecteert, wordt het uitgaande telefoonnummer gebruikt dat is ingevoerd onder "Eigen telefoonnummers > Instellingen voor de aansluiting" ("Aansluitingsinstellingen").
- Bepaal op welke telefoonnummers de telefoon bij inkomende oproepen moet reageren. Je kunt maximaal tien telefoonnummers (inclusief het telefoonnummer voor uitgaande oproepen) selecteren.
- Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.