Aanbevelen:

Knowledge Base

Naar de Knowledge Base

Openbaar IPv4-subnet in de FRITZ!Box configureren

De FRITZ!Box kan de internetverbinding ook tot stand brengen als de mobiele provider meerdere vaste ("statische") openbare IPv4-adressen beschikbaar stelt. Op deze manier kun je je serverdiensten of internettoepassingen op het internet aanbieden op verschillende openbare IP-adressen.

Voorwaarden/beperkingen

  • De internetprovider moet voor de internetverbinding een openbaar IPv4-subnet bieden. Hiervan gebruikt de FRITZ!Box het eerste IPv4-adres voor zichzelf; de andere IPv4-adressen kunnen door apparaten in het thuisnetwerk worden gebruikt.

Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op FRITZ!Box 6820 LTE v2 en v3 met het meest recente FRITZ!OS, de FRITZ!Box 6820 LTE v1 kan daarvan afwijken.

1 Openbaar IPv4-subnet in de FRITZ!Box configureren

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Thuisnetwerk".
  2. Klik in het menu "Thuisnetwerk" op "Netwerk".
  3. Klik op het tabblad "Netwerkinstellingen".
  4. Klik bij "LAN-instellingen" op "meer instellingen" om alle instellingen weer te geven.
  5. Klik op de knop "IPv4-instellingen".
  6. Voer bij "Openbaar IPv4-subnet" ("Publiek IPv4-subnet") in de velden "Prefix" en "Netmasker" het openbare IPv4-subnet in dat je hebt gekregen van je internetprovider.
  7. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.

2 Netwerkapparaat configureren

Pas de IP-instellingen aan van alle netwerkapparaten die toegankelijk moeten zijn via een IP-adres uit het openbare IPv4-subnet van de FRITZ!Box:

Opmerking:Netwerkapparaten waarvoor een openbaar IP-adres wordt geconfigureerd, halen hun IP-instellingen niet meer op bij de FRITZ!Box en hebben dus geen toegang tot andere apparaten in het FRITZ!Box-thuisnetwerk en ook geen toegang tot de FRITZ!Box-gebruikersinterface.

  1. Voer als IP adres een IP-adres van het openbare IPv4-subnet in. Dit IP-adres mag niet worden gebruikt door een ander apparaat in het FRITZ!Box-thuisnetwerk.
  2. Voer als Subnetmasker het subnetmasker in dat hoort bij het openbare IP-adres.
  3. Indien nodig, voer dan als standaardgateway een gateway van de internetprovider in.
  4. Voer als voorkeurs- en alternatieve- DNS-Server de DNS-server van de internetprovider in.

3 Port forwarding in FRITZ!Box configureren

Configureer port forwarding in de FRITZ!Box voor de IP-adressen van het openbare IPv4-subnet, zodat je serverdiensten en internettoepassingen bereikbaar zijn op internet:

Belangrijk:Port forwarding kan alleen worden geconfigureerd als er in het netwerkoverzicht van de FRITZ!Box voor het apparaat in kwestie geen vermelding staat met een oudere DHCP-configuratie.

Voorbereidingen

  1. Koppel het apparaat waarvoor je port forwarding wilt configureren los van de FRITZ!Box.

Apparaat uit de gebruikersinterface verwijderen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Thuisnetwerk".
  2. Klik in het menu "Thuisnetwerk" op "Netwerk".
  3. Klik op het tabblad "Netwerkverbindingen".
  4. Als het apparaat waarvoor je port forwarding wilt configureren onder "Ongebruikte verbindingen" staat, klik dan naast het apparaat op de knop (Verwijderen).

Port forwarding configureren

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Internet".
  2. Klik in het menu "Internet" op "Toegang verlenen".
  3. Klik op het tabblad "Poortvrijgaven".
  4. Klik op "Apparaat voor vrijgaven toevoegen".
  5. Selecteer "IP-adres handmatig invoeren" uit de vervolgkeuzelijst "Apparaat".
  6. Voer in het tekstveld "IPv4-adres" het openbare IP-adres in dat je aan het apparaat hebt toegewezen.
  7. Klik op "Nieuwe vrijgave".
  8. Schakel de optie "Poortvrijgave" in.
  9. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Toepassing" de optie "Andere toepassing".
  10. Voer in het tekstveld "Naam" een willekeurige naam in voor de port forwardingregel.
  11. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Protocol" Het IP-protocol (TCP, UDP, ESP oder GRE) dat door de serverdienst of internettoepassing wordt gebruikt.

    Opmerking:De IP-protocollen ESP en GRE zijn alleen noodzakelijk bij gebruik van een VPN-serverdienst.

  12. Als een enkele poort moet worden geopend, voer je bij "Poort op apparaat", "tot poort" en "Externe poort gewenst" het nummer in van de poort, die de serverdienst of internettoepassing gebruikt om verbindingen te accepteren.
    • Als je port forwarding wilt inschakelen voor een poortbereik:
      1. Voer in het veld "Poort op apparaat" het nummer in van de poort, die wordt gebruikt door de serverdienst of internettoepassing om verbindingen te accepteren en voer in het veld "tot poort" het nummer in van de laatste poort.
      2. Voer in het veld "Externe poort gewenst" het nummer in van de eerste poort die de serverdienst of internettoepassing gebruikt om verbindingen te accepteren.
  13. Schakel "Vrijgave activeren" in.
  14. Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.