Aanbevelen:

Knowledge Base

Naar de Knowledge Base

Toegang tot opslag (NAS) geconfigureerd als netwerkstation niet mogelijk

Het is niet of niet meer mogelijk om toegang te krijgen tot opslag (NAS) van de FRITZ!Box die is geconfigureerd als netwerkstation. Wanneer de computer wordt gestart of wanneer je probeert om een netwerkstation toe te wijzen aan de interne opslag van de FRITZ!Box of aan een USB-opslagmedium dat is aangesloten op de FRITZ!Box, wordt een van de volgende foutmeldingen weergegeven:

  • "Onbekende gebruikersnaam of ongeldig wachtwoord voor: \\fritz.box\[...]"
  • "Netwerkwachtwoord opgeven
    Geef het wachtwoord op voor een verbinding met:
    fritz.box"
  • "Netwerkfout: Windows heeft geen toegang tot \\fritz.box.
    Foutcode [...] Netwerkpad niet gevonden."
  • "Netwerkfout: Windows heeft geen toegang tot \\fritz.box.
    Foutcode [...] Onbekende fout"
  • "Niet alle netwerkverbindingen kunnen worden hersteld"
  • "Er is een fout opgetreden bij het herstellen van de verbinding tussen [...]
    Microsoft Windows netwerk: Het netwerkpad werd niet gevonden.
    Deze verbinding is niet hersteld."

Oorzaak

  • Het ingevoerde pad, de gebruikersnaam en/of het wachtwoord is/zijn onjuist of de gebruiker heeft geen toegangsrechten voor NAS-inhoud, of onjuiste instellingen op de computer verhinderen toegang tot het USB-opslagapparaat.

Voer de hier beschreven stappen achterelkaar uit. Controleer na elke stap of het probleem is opgelost.

Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.

1 FRITZ!Box-gebruikers configureren

Voor toegang tot de inhoud van de opslag (NAS) heb je een gebruikersaccount met een gebruikersnaam en wachtwoord nodig. Configureer daarom een FRITZ!Box-gebruiker in de FRITZ!Box:

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "System".
  2. Klik in het menu "System" op "FRITZ!Box Users".
  3. Klik naast de gebruiker die toegang tot de opslag (NAS) moet krijgen op de knop (Bewerken) of configureer een nieuwe gebruiker voor toegang tot de inhoud op de NAS:
    1. Klik op de knop "Add User".
    2. Voer in de invoervelden een naam en een wachtwoord in voor de gebruiker.
  4. Schakel de optie "Access to NAS contents" in.
  5. Klik op de knop "Add Directory".
  6. Als de gebruiker alle opslagmedia mag benaderen die op de FRITZ!Box zijn aangesloten, schakel je de optie "All storage available on the FRITZ!Box" in.
    • Als de gebruiker alleen een bepaald opslagmedium mag benaderen of alleen toegang krijgt tot een bepaalde map, schakel je de optie "Select Folder" in.

      LET OP:Als je toegang verleent tot alle directories, heeft de gebruiker ook toegang tot alle faxberichten, berichten op het antwoordapparaat en alle online opslag die je hebt geconfigureerd.

  7. Stel bij "Directory" de lees- en schrijfrechten in voor toegang tot de opslag.
  8. Klik op "Apply" om de instellingen op te slaan.

2 Windows-netwerktype configureren

Windows maakt onderscheid tussen verschillende netwerktypen en wijzigt de firewallinstellingen afhankelijk van of een netwerk is geconfigureerd als privénetwerk (thuisnetwerk), bedrijfsnetwerk of openbaar netwerk. Bij openbare netwerken zijn gedeelde bestanden en printers niet toegankelijk.

Zorg er daarom voor dat je computer is geconfigureerd voor een verbinding met een privénetwerk:

  1. Klik in de taakbalk van Windows op (Start) en vervolgens op (Instellingen).
  2. Klik in het menu "Instellingen" op "Netwerk en internet".
  3. Als je Windows 11 gebruikt, klik dan naast de vermelding van de netwerkverbinding van de computer op "Eigenschappen".
  4. Als je Windows 10 gebruikt:
    1. Klik afhankelijk van het verbindingstype van de computer op "Wi-Fi" of "Ethernet".
    2. Klik op de vermelding van de netwerkverbinding met de FRITZ!Box.
  5. Schakel bij "Netwerkprofielype" de optie "Privé" in.

3 SMBv1-ondersteuning inschakelen

Sommige apparaten of toepassingen (bijvoorbeeld Windows XP) ondersteunen alleen toegang via het verouderde SMBv1. Als je apparaat of toepassing geen update met SMBv2- of SMBv3-ondersteuning beschikbaar is, schakel je in de FRITZ!Box de ondersteuning voor SMBv1 in:

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Home Network".
  2. Klik in het menu "Home Network" op "USB / Storage".
  3. Schakel bij "Home Network Sharing" de optie "Enable support for SMBv1" in.
  4. Klik op "Apply" om de instellingen op te slaan.

4 Netwerkstation verwijderen en opnieuw toewijzen

Vaak mislukt de toegang tot opslag (NAS), omdat de toegangsrechten voor NAS-inhoud zijn gewijzigd in de FRITZ!Box nadat het netwerkstation is geconfigureerd. Wijs daarom het netwerkstation opnieuw toe:

  1. Verwijder op de computer alle mogelijke verbindingen met de opslag (NAS) die is geconfigureerd als netwerkstation.
  2. Configureer op de computer de opslag (NAS) opnieuw als netwerkstation.

5 Firewall configureren

  1. Configureer de firewall van de computer volgens de instructies van de fabrikant zodanig dat het mogelijk is om via het SMB-protocol (Server Message Block) te communiceren.

6 Netwerkinstellingen van Windows aanpassen

  1. Klik in de taakbalk van Windows op (Start) en vervolgens op (Instellingen).
  2. Klik in het menu "Instellingen" op "Netwerk en internet".
  3. Als je Windows 11 gebruikt:
    1. Klik op "Geavanceerde netwerkinstellingen".
    2. Klik bij "Verwante instellingen" op "Meer opties voor netwerkadapter".
  4. Als je Windows 10 gebruikt:
    1. Klik bij "Geavanceerde Netwerkinstellingen" op "Adapteropties wijzigen".
    2. Klik in de menubalk bij de knop (Weergave wijzigen) op de pijl en selecteer "Details".
  5. Klik met de rechtermuisknop op de netwerkadapter die de computer met de FRITZ!Box verbindt.
  6. Klik op "Eigenschappen".
  7. Schakel de opties "Client voor Microsoft-netwerken" en "Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken" in.
  8. Klik op "OK" om de instellingen op te slaan.

Nu kun je de Opslag (NAS) van de FRITZ!Box benaderen.

Opmerking:Andere oorzaken voor het niet kunnen benaderen van de opslag (NAS) kunnen fouten van een beveiligingstoepassing of van het besturingssysteem zijn. Informatie over de configuratie verkrijg je van de fabrikant van de beveiligingssoftware of het besturingssysteem, raadpleeg bijvoorbeeld de handleiding.