Knowledge Base
AVM Content
FRITZ!Powerline via powerline met router van een andere fabrikant verbinden
Verbind FRITZ!Powerline via powerline met je router om je thuisnetwerk snel en eenvoudig uit te breiden met een extra Wi-Fi-accesspoint. Het eerste FRITZ!Powerline-apparaat is met een netwerkkabel verbonden met een LAN-poort van de router. Het tweede FRITZ!Powerline-apparaat kan verder van de router worden geplaatst en is via het stopcontact in huis verbonden met de router. Zo heb je ook buiten het Wi-Fi-bereik van je router optimale Wi-Fi-ontvangst en highspeedverbindingen met het internet en het thuisnetwerk.
Als je in het FRITZ!Powerline-apparaat dezelfde Wi-Fi-instellingen gebruikt als in de Wi-Fi-router, maken je Wi-Fi-apparaten automatisch verbinding met het Wi-Fi-netwerk met het sterkste signaal (Wi-Fi-roaming).
1 Fabrieksinstellingen van het FRITZ!Powerline-apparaat laden
Om de volgende stappen uit te kunnen voeren zoals beschreven, moet het tweede FRITZ!Powerline-apparaat dat je aan het thuisnetwerk wilt toevoegen zich in de fabrieksinstellingen bevinden. Als je FRITZ!Powerline als set hebt aangeschaft, voer dan deze stappen uit met het FRITZ!Powerline-apparaat met Wi-Fi-functie:
- Steek het FRITZ!Powerline-apparaat in een stopcontact en wacht tot de Power- of WLAN-led blijft branden of tot de Connect-led langzaam knippert.
- Druk bij het apparaat op de overeenkomstige toets:
Model Toets Duur FRITZ!Powerline 1260(E) / 1240 AX Connect 15 seconden FRITZ!Powerline 1220 / 1210 Connect 10-15 seconden FRITZ!Powerline 1240E WLAN - WPS
Powerline - Security15 seconden FRITZ!Powerline 1220E / 1000E Powerline · Security 10-15 seconden FRITZ!Powerline 546E / 540E WLAN ·WPS en Powerline · Security 10 seconden FRITZ!Powerline 530E / 510E Security 12 seconden FRITZ!Powerline 520E / 500E Reset 2 seconden - Tijdens het procedé knipperen alle leds één keer. Zodra de Power-led of WLAN-led blijft branden of de Connect-led langzaam knippert, is het laden van de fabrieksinstellingen voltooid.
2 FRITZ!Powerline-apparaten met elkaar verbinden
FRITZ!Powerline-apparaten uit een set hebben zijn al met elkaar verbonden en kunnen in gebruik worden genomen zonder extra instellingen te configureren. Als je de FRITZ!Powerline-apparaten afzonderlijk hebt aangeschaft, moet je de FRITZ!Powerline-apparaten eerst met elkaar verbinden:
- Steek het FRITZ!Powerline-apparaat dat voor het eerst aan het netwerk moet worden toegevoegd, in een stopcontact in de buurt van een FRITZ!Powerline-apparaat dat al in het powerlinenetwerk is opgenomen.
Belangrijk:Als je FRITZ!Powerline wilt toevoegen aan een al bestaand powerlinenetwerk, zorg dan dat er ten minste twee FRITZ!Powerline-apparaten van het bestaande netwerk actief zijn. FRITZ!Powerline-apparaten zonder Wi-Fi-functie gaan automatisch op stand-by, als er op de LAN-poort geen netwerkkabel is aangesloten of als er gedurende ca. 5 minuten geen gegevensoverdracht plaatsvindt.
- Wacht tot het FRITZ!Powerline-apparaat gereed is en de Connect-led langzaam knippert of tot de Power- of WLAN-led blijft branden.
- Druk bij allebei de FRITZ!Powerline-apparaten kort op de Connect-toets (zie tabel). Het maakt niet uit bij welk FRITZ!Powerline-apparaat je als eerste op de toets drukt. Zodra de toets wordt losgelaten, knippert de Powerline- of de Connect-led. Afhankelijk van het model FRITZ!Powerline, knipperen er tegelijkertijd nog verschillende andere leds.
FRITZ!Powerline-model Connect-toets FRITZ!Powerline 1260(E) / 1240 AX / 1220 / 1210 Connect FRITZ!Powerline 1240E WLAN - WPS
Powerline - SecurityFRITZ!Powerline 1220E / 1000E / 546E / 540E Powerline · Security FRITZ!Powerline 530E / 520E / 510E / 500E Security - Zodra de Powerline-led blijft branden, is het procedé voltooid en zijn de FRITZ!Powerline-apparaten met elkaar verbonden.
3 FRITZ!Powerline-apparaat met router verbinden
- Verbind het eerste FRITZ!Powerline-apparaat zonder Wi-Fi-functionaliteit met een LAN-poort van de router.
4 Wi-Fi-instellingen van het FRITZ!Powerline-apparaat aanpassen
De router en het FRITZ!Powerline-apparaat kunnen gebruikmaken van dezelfde of verschillende namen voor het Wi-Fi-netwerk (SSID) en van verschillende beveiligingsinstellingen voor het aanmelden van Wi-Fi-apparaten.
Gebruik in het FRITZ!Powerline-apparaat dezelfde Wi-Fi-instellingen als in de router, zodat je Wi-Fi-apparaten zich altijd automatisch aanmelden bij het Wi-Fi-netwerk met het sterkste signaal (Wi-Fi-roaming).
- Klik in de gebruikersinterface van FRITZ!Powerline op "Wi-Fi".
- Klik in het menu "Wi-Fi" op "Wi-Fi-netwerk" ("Draadloos netwerk").
- Voer in het invoerveld "Naam van het Wi-Fi-netwerk (SSID)" ("Naam van het draadloze WiFi-netwerk") de naam in van het Wi-Fi-netwerk van de router.
- Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.
- Klik in het menu "Wi-Fi" op "Beveiliging" ("Veiligheid").
- Klik op het tabblad "Versleuteling".
- Voer in het invoerveld "Wi-Fi-netwerksleutel" de Wi-Fi-netwerksleutel in van de router.
- Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.