Aanbevelen:

Knowledge Base

Naar de Knowledge Base

Ander uitgaand telefoonnummer selecteren bij tot stand brengen van oproep

Een telefoon die is verbonden met de FRITZ!Box gebruikt, afhankelijk van de instelling, automatisch een bepaald telefoonnummer bij het tot stand brengen van uitgaande oproepen. Bij het bellen kun je echter van deze instelling afwijken door een ander telefoonnummer te selecteren waarover de oproep tot stand moet worden gebracht. De nummerinstellingen en kiesregels van de telefoon worden dan opgeschort voor dit gesprek.

1 Keypad in de telefoon configureren

Toetssequenties zijn teken- en nummerreeksen waarmee je de functies kunt in- en uitschakelen. Bij een telefoon die is aangemeld bij het basisstation van de FRITZ!Box, bijvoorbeeld FRITZ!Fon C5, kun je de toetssequenties meteen gebruiken. Bij een telefoon die is aangesloten op de poort voor ISDN-apparaten ("FON S0"), of bij een draadloze telefoon die niet is aangemeld bij het basisstation van de FRITZ!Box, moet je eerst de functie keypad configureren:

  1. Configureer de telefoon zodanig, dat hiermee toetssequenties (teken- en nummerreeksen, zoals *121#) kunnen worden verzonden en speciale tekens zoals * en # kunnen worden gekozen. Bij veel telefoons configureer je deze functie via het menu "Operation at a PBX > Dialing options > Dial * and #".

2 Uitgaand telefoonnummer met toetscommando wijzigen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Telephony".
  2. Klik in het menu "Telephony" op "Telephone Numbers".
  3. Controleer welk toetscommando wordt vermeldt in de kolom "Preselection" bij het telefoonnummer dat je wilt gebruiken om te bellen.
  4. Voer het toetscommando in vóór het telefoonnummer dat je wilt bellen.

    Voorbeeld:
    Om via het tweede internettelefoonnummer een oproep tot stand te brengen met het telefoonnummer 1234, kies je *122#1234.