Aanbevelen:

Knowledge Base

Naar de Knowledge Base
Knowledge Base-artikel #27

Wi-Fi-verbinding wordt regelmatig verbroken

Je Wi-Fi heeft problemen? De Wi-Fi-verbinding wordt steeds verbroken? Zo kun je de verbindingsproblemen onder controle krijgen.

De Wi-Fi-verbinding tussen je FRITZ!WLAN Stick en Wi-Fi-router (bijvoorbeeld FRITZ!Box) wordt regelmatig verbroken.

Voer de hier beschreven stappen achterelkaar uit. Controleer na elke stap of het probleem is opgelost.

1 FRITZ!OS en Wi-Fi-software bijwerken

Updates bevatten verbeteringen, herstelde fouten en nieuwe functies. Installeer daarom op alle apparaten de meest recente FRITZ!OS- of softwareversie:

Meest recente software van de Wi-Fi-router installeren

  1. Installeer de meest recente software voor de Wi-Fi-router volgens de instructies van de fabrikant. Als je een FRITZ!Box als Wi-Fi-router gebruikt, ga dan te werk zoals wordt uitgelegd in de handleiding FRITZ!OS-update uitvoeren.

Meest recente driver voor FRITZ!WLAN Stick installeren

  1. Open in een webbrowser onze downloadpagina.
  2. Selecteer de productgroep "FRITZ!WLAN" en vervolgens je apparaat.
  3. Download de meest recente driver voor je FRITZ!WLAN Stick.
  4. Pak het zipbestand uit op je computer, bijvoorbeeld op het bureaublad.
  5. Dubbelklik op het bestand "setup.exe" en volg de instructies.

2 USB 3.0-apparaten loskoppelen

  1. Koppel bij wijze van test alle USB 3.0-apparaten los van de USB-poorten van de Wi-Fi-router en de computer waarop de FRITZ!WLAN Stick is aangesloten.
  2. Als het probleem nu niet meer optreedt, stoort een USB-apparaat de draadloze verbinding en moet je de interferentie van het USB-apparaat verminderen.

3 FRITZ!WLAN Stick zonder USB-hub aansluiten

De volgende stap is alleen nodig als je FRITZ!WLAN Stick niet rechtstreeks hebt aangesloten op de USB-poort van de computer, maar op een USB-hub (USB-splitter):

Opmerking:De FRITZ!WLAN Stick kan worden gebruikt met diverse USB-hubs die minimaal USB 2.0 ondersteunen. AVM kan echter niet garanderen dat USB-hubs goed werken.

  1. Koppel de USB-hub bij wijze van test los van de computer.
  2. Sluit de FRITZ!WLAN Stick rechtstreeks aan op de USB-poort van je computer.

4 Wi-Fi-instellingen van de FRITZ!WLAN Stick optimaliseren

Maximaal zendvermogen configureren

  1. Dubbelklik op het pictogram van FRITZ!WLAN in het systeemvak van de Windows-taakbalk (Systray).
  2. Klik in het venster "Connection Monitor" op "Properties".
  3. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst "Transmitter power in %" onder "Properties" de waarde "100%".
  4. Klik op "Close" om de instellingen op te slaan.

Verschillende instellingen voor roaming testen

Test verschillende drempelinstellingen voor het wisselen van het Wi-Fi-netwerk van de FRITZ!WLAN Stick tijdens Wi-Fi-roaming.

  1. Dubbelklik op het pictogram van FRITZ!WLAN in het systeemvak van de Windows-taakbalk (Systray).
  2. Klik in het venster "Connection Monitor" op "Properties".
  3. Test bij "Roaming Behavior" verschillende instellingen.
  4. Klik op "Close" om iedere afzonderlijke instelling op te slaan voordat je deze test.

5 Meest recente drivers voor de chipset van de computer installeren

  1. Installeer op de computer de meest recente drivers voor de chipset van het moederbord. De meest recente drivers vind je op de website van de fabrikant van het moederbord of de chipset.

    Opmerking:De chipset is een onderdeel van het moederbord waarop computeronderdelen worden aangesloten.

6 Wi-Fi-router optimaal plaatsen

  1. Plaats de Wi-Fi-router indien mogelijk in een centraal gelegen ruimte.
  2. Plaats de Wi-Fi-router niet direct in de hoek van een kamer.
  3. Plaats de Wi-Fi-router indien mogelijk op een plek met zo weinig mogelijk obstakels eromheen, d.w.z. niet direct achter of onder een obstakel zoals bijvoorbeeld een kast of een verwarming.
  4. Plaats de Wi-Fi-router indien mogelijk zo hoog mogelijk in een ruimte, bijvoorbeeld boven op een kast.
  5. Plaats de Wi-Fi-router zo dat er zich zo min mogelijk obstakels bevinden tussen de Wi-Fi-router en de andere Wi-Fi-apparaten. Vooral objecten van metaal of waterhoudende objecten zoals bijvoorbeeld radiatoren, koelkasten of kamerplanten, verminderen duidelijk de kwaliteit van het Wi-Fi-signaal.
  6. Plaats de Wi-Fi-router niet in de buurt van andere zenders zoals bijvoorbeeld een magnetron, Wi-Fi-speakers of bluetoothapparaat.

Nu is de FRITZ!WLAN Stick optimaal geconfigureerd kan met de best mogelijke stabiliteit een verbinding tot stand brengen met de Wi-Fi-router. Als de verbinding met deze stappen niet voldoende kan worden verbeterd, is de oorzaak te wijten aan de Wi-Fi-router of de Wi-Fi-omgeving. De FRITZ!WLAN Stick heeft hier geen invloed op.

Opmerking:Met een FRITZ!Repeater kun je het bereik en de stabiliteit van het Wi-Fi-netwerk snel eenvoudig verbeteren.



Verwante problemen:

Taalkeuze